07 december 2024
De bouw van nieuwe vrijstaande woningen stimuleert de doorstroming op de woningmarkt het meest per woning. Als we echter kijken naar de totale aantallen, zorgen nieuwe appartementen voor de meeste vrijkomende woningen.
Wanneer een nieuwbouwwoning wordt opgeleverd en betrokken, zet dit vaak een reeks verhuizingen in gang. De nieuwe bewoners verlaten hun oude woning, die vervolgens beschikbaar komt voor anderen. Dit fenomeen wordt een verhuisketen genoemd. Gemiddeld leidt elke nieuwbouwwoning in Nederland tot 2,25 verhuizingen.
In 2019 werden 62.500 nieuwbouwwoningen bewoond. De verhuisketens die hieruit voortkwamen, zorgden tot en met 2022 voor nog eens 140.000 vrijgekomen woningen. Dit blijkt uit het dashboard Verhuisketens in Nederland, waarin het CBS verhuizingen en de gevolgen daarvan bijhoudt.
Een verhuisketen stopt wanneer er na een verhuizing geen woning meer vrijkomt. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer een jongere het ouderlijk huis verlaat of wanneer een partner na een scheiding in het huis blijft wonen.
In 2023 verhuisden 1,73 miljoen Nederlanders, een toename van 1,6% ten opzichte van 2022. Deze stijging lijkt de afname in verhuisbewegingen sinds 2017 iets te temperen.
Vrijstaande woningen genereren gemiddeld de langste verhuisketens en dragen daarmee het meest bij aan de doorstroming. Voor elke vrijstaande nieuwbouwwoning die in 2019 werd opgeleverd, kwamen gemiddeld 2,8 extra woningen vrij tot en met 2022. Meergezinswoningen, zoals appartementen en flats, hebben kortere verhuisketens. Eén nieuwbouwwoning in deze categorie levert gemiddeld 2,24 vrijkomende woningen op.
In absolute cijfers leverden nieuwe appartementen echter de meeste woningen op. In 2019 werden er 23.000 appartementen opgeleverd, wat leidde tot 47.000 extra vrijgekomen woningen. Voor vrijstaande woningen waren dat 8.000 opgeleverde nieuwbouwwoningen, die 22.000 extra woningen in de verhuisketen opleverden.
Jongeren aan het begin van hun wooncarrière veroorzaken doorgaans kortere verhuisketens. Ze verlaten bijvoorbeeld vaker een woning waar anderen achterblijven, zoals een studentenhuis, of ze maken plaats in een kleinere woning voor starters.
De eerste bewoners van nieuwbouwwoningen in flats of appartementen zijn relatief vaak jong. Bij 43% van de huishoudens die een nieuw appartement betrokken, was de zogenaamde referentiepersoon jonger dan 30 jaar. Bij vrijstaande nieuwbouwwoningen was dit percentage slechts 5%.
In verhuisketens van vrijstaande woningen zaten in totaal 3.000 jonge huishoudens, terwijl dat aantal bij appartementen en flats 18.000 bedroeg.
Artikel aangeboden door: www.vendomemakelaardij.nl
Parafrase van bron: Vastgoedactueel - CBS