Ervaar zelf het verschil!
23 december 2024
Het aantal huurwoningen met winstoogmerk (dus geen sociale huurwoningen) is afgelopen jaar ongeveer gelijk gebleven. Vooral kleine particuliere verhuurders verkochten meer woningen aan eigenaar-bewoners, maar deze afname werd gecompenseerd door de toevoeging van huurwoningen via nieuwbouw.
Op 1 oktober van dit jaar waren er 767.100 huurwoningen in bezit van verhuurders met winstoogmerk (vrije sector en huurwoningen onder de Wet betaalbare huur). Dit is een lichte stijging ten opzichte van een jaar eerder, toen er 766.500 waren.
Particuliere verhuurders hadden door de verkoop van hun eigendommen 11.200 woningen minder dan een jaar eerder, terwijl bedrijfsmatige verhuurders 11.800 woningen meer in bezit hadden, vooral door nieuwbouw.
Volgens cijfers van het Kadaster is het aantal huurwoningen ten opzichte van twee jaar geleden sterk gestegen; op 1 oktober 2022 waren er nog 733.600.
"De totale voorraad huurwoningen blijft redelijk stabiel", zegt Lianne Hans, onderzoeker bij het Kadaster, tegen de NOS. "Nieuwbouw compenseert de verkoop door particuliere investeerders." De nieuwbouw wordt voornamelijk gerealiseerd door institutionele beleggers die investeren met geld van pensioenfondsen en verzekeraars.
In de afgelopen jaren hebben een combinatie van een hogere overdrachtsbelasting voor beleggers, verhogingen van de vermogensbelasting op huurwoningen ('box 3-belasting'), de opkoopbescherming in steeds meer steden, en de invoering van de Wet betaalbare huur per 1 juli ervoor gezorgd dat veel investeerders hun huurwoningen verkochten. De vermogensbelasting treft echter alleen particuliere beleggers, niet bedrijfsmatige.
De grafiek van het aantal aan- en verkopen laat zien dat veel investeerders vóór de verhoging van de overdrachtsbelasting in 2021 nog snel veel huizen kochten. Daarna is het aantal huurwoningen dat zij verkochten sterk toegenomen.
In de eerste drie maanden na de invoering van de Wet betaalbare huur verschoven er netto ongeveer 4.500 woningen van huur naar koop. Op 1 oktober 2024 bezaten investeerders 9,3% van alle woningen in Nederland, iets minder dan het jaar ervoor, toen dit 9,4% was.
Vooral starters profiteren van de verkoop van huurwoningen. Investeerders verkochten vooral kleinere woningen met een relatief slecht energielabel. De gemiddelde verkoopprijs van een woning die door eigenaar-bewoners van investeerders werd gekocht, was in het derde kwartaal € 378.000, aanzienlijk lager dan de gemiddelde prijs van alle koopwoningen, die ruim € 460.000 was. Ongeveer 64% van de woningen die investeerders verkochten, werd gekocht door koopstarters.
In oktober riep Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank, de politiek op om de Wet betaalbare huur in te trekken. Volgens Knot heeft de wet een negatieve impact, doordat te veel huurwoningen uit de markt verdwijnen en de huurprijzen te snel stijgen.
Artikel aangeboden door: www.vendomemakelaardij.nl
Parafrase van bron: Vastgoedactueel - Het Kadaster
Best beoordeeld op
Ervaar zelf het verschíl!
