24 september 2024
De prijzen van bestaande koopwoningen lagen in juli gemiddeld 10,6% hoger dan in juli vorig jaar. Dat is de grootste prijsstijging in bijna twee jaar. Het Kadaster registreerde in juli ruim 18.000 woningtransacties
In juli 2024 lagen de prijzen gemiddeld 4,6% hoger dan bij de vorige piek in juli 2022. Na die piek daalden de prijzen enige tijd. Sinds juni 2023 stijgen de prijzen van koopwoningen echter weer. In juli lagen de prijzen 1,4% hoger dan een juni.
Dat blijkt uit de Vastgoedupdate van het Kadaster. Het Kadaster registreert de cijfers op het Vastgoeddashboard.Het Kadaster registreerde in juli 18.610 woningtransacties. Dat is bijna een kwart meer dan een jaar eerder.
In de eerste zeven maanden van 2024 zijn 110.993 woningen verkocht, ruim 11% meer dan een jaar eerder. In juli was de gemiddelde transactieprijs voor een bestaande koopwoning € 457.320.
Tekst gaat verder onder grafiek
Eerder meldde de hypotheekbranche al dat juli een drukke maand was, vergeleken met de normaal rustige zomerperiode in andere jaren.
De prijsontwikkelingen in dit bericht zijn gebaseerd op de prijsindex van bestaande particuliere koopwoningen in Nederland van het CBS en het Kadaster. Voor het bepalen van prijsontwikkelingen van bestaande koopwoningen gebruikt het Kadaster niet de transactieprijs, maar de prijsindex. Bij de berekening van de prijsindex wordt rekening gehouden met kwaliteitsverschillen tussen koopwoningen. In de gemiddelde transactieprijs zit geen kwaliteitscorrectie.
De betaalbaarheid van woningen voor starters is nog verder achteruit gegaan. Dat meldt De Nederlandsche Bank (DNB). Dit omdat de huizenprijzen structureel sneller zijn gestegen dan de maximale leencapaciteit van kopers. En al zijn de salarissen wat toegenomen, ze kunnen de prijsstijging niet bijbenen. “De betaalbaarheid van woningen voor starters is sin
ds 2013 met 25 procent verslechterd”, zegt econoom Dorinth van Dijk van DNB tegen BNR Nieuwsradio.
Betaalbaarheid is het verschil tussen leencapaciteit en de ontwikkeling van de huizenprijzen. Vooral in 2020, 2021 en het begin van 2022 zijn de huizenprijzen een stuk harder gestegen dan de leencapaciteit.
Tekst gaat verder onder grafiek
Eind 2013 kostte een woning gemiddeld € 450.000. Om zo’n woning te kunnen kopen was een huishoudinkomen nodig van € 93.000. Volgens Van Dijk is dat voor vier op de tien Nederlanders bereikbaar, maar hebben starters en alleenstaanden vaker een veel lager inkomen. “Bovendien hebben ze ook geen overwaarde en minder vermogen dan doorstromers op de markt.”
DNB voorspelt dat de leencapaciteit ongeveer gelijke tred houdt met de stijging in huizenprijzen. “Het wordt niet slechter voor starters, maar ook niet beter”, aldus Van Dijk tegen BNR.
Het interview met Van Dijk door BNR was een toelichting op een artikel van hem en Niek de Meijer in economenblad ESB.
Bron: Vastgoedactueel - Kadaster