12 juni 2024
Het aantal private huurwoningen steeg in twee jaar tijd met 67.000 naar 1,2 miljoen. Dat is een toename van 6,1 procent. Het aandeel woningen in bezit van private verhuurders nam toe van 13,8 naar 14,3 procent. Dit blijkt uit cijfers van het CBS en het Kadaster.
Het CBS stelt vast dat private verhuurders tussen 2021 en 2023 ongeveer 78.000 nieuwe woningen in bezit kregen. Dat aantal staat gelijk aan 40 procent van alle nieuwe aan de woningvoorraad toegevoegde woningen in die periode. Deze nieuwe woningen bestaan naast nieuwbouw ook uit overige toevoegingen, zoals transformaties en splitsingen. De overige toevoegingen in de private huursector maken zelfs 70 procent uit van alle overige toevoegingen in de periode tussen 1 januari 2021 en 1 januari 2023.
Van de 78.000 nieuwe woningen die private verhuurders in bezit kregen, is 27 procent in eigendom van natuurlijke personen, 49 procent in eigendom van BV’s en NV’s en 23 procent in eigendom van overige niet-natuurlijke personen.
Verhuurders van huurwoningen in de private sector zijn particuliere verhuurders, maar ook beleggers en pensioenfondsen. De overige verhuurders betreffen vennootschappen en stichtingen zoals woningstichtingen, verenigingen en kerkelijke organisaties. Volgens het statistiekbureau bestaat de groep uit zo’n 432.000 private verhuurders.
Daarnaast groeide de private huur in deze periode door eigendomsovergangen vanuit de koop- en corporatiesector (per saldo 3.600). Dit zijn onder andere aankopen van bestaande woningen door deze verhuurders. Tot slot verdwenen er in deze periode ook woningen uit de private huursector door sloop (5.200) en overige onttrekkingen (9.300). Daarmee was het totale aantal private huurwoningen per 1 januari 2023 67.000 hoger dan twee jaar eerder.
Artikel gaat verder onder de grafiek
De meeste private verhuurders hebben een beperkte portefeuille. Zo’n 377.000 van alle 382.000 natuurlijke verhuurders van private huurwoningen verhuren minder dan 10 woningen. Daarvan hebben 302.000 eigenaren slechts 1 huurwoning in bezit. Van de 39.000 BV’s en NV’s bezitten er 35.000 minder dan 10 huurwoningen en van de 10.000 overige niet-natuurlijke verhuurders hebben er ruim 8.000 maar een portefeuille van minder dan 10 woningen.
In Noord-Holland stonden op 1 januari 2023 relatief de meeste private huurwoningen (18,4 procent), gevolgd door Groningen (17,3 procent). Opvallend is het grote aandeel huurwoningen in eigendom van natuurlijke personen in Groningen (10,4 procent). Deze zijn vooral te vinden in de gemeente Groningen. Drenthe (9,3 procent) en Flevoland (10,0 procent) hadden de laagste aandelen private huurwoningen.
Flevoland kent vooral relatief weinig huurwoningen in eigendom van natuurlijke personen (4,1 procent). Wel groeide in Flevoland sinds 1 januari 2021 het aantal private huurwoningen met 13,4 procent het hardst.
Bron: Vastgoedactueel - CBS - Het Kadaster